Smart Humanity 2018

Introductie

De volgende sessies worden (mede-)georganiseerd door het KB Lab-team.

Inhoudsblokken
Body

De volgende sessies worden (mede-)georganiseerd door het KB Lab-team

  • Smart Collecties in de Digital Humanities (14:45 - 15:45) - Steven Claeyssens & Sara Veldhoen

Nieuwsgierig naar wat de Digital Humanities betekenen voor het werk van bibliotheken? In deze sessie laten we dat zien. Twee digital librarians en een onderzoeker vertellen ieder in een korte presentatie over hoe zij nieuwe technieken inzetten, niet alleen om digital humanities onderzoekers te ondersteunen, maar om álle gebruikers van de bibliotheek slimmer te maken en collecties te verrijken. Aan bod komen GIS, IIIF en automatische metadata. Waar bibliotheken al sinds lang goed in zijn, van metadata tot manuscripten, komt zo op slimme manier samen met digital humanities. AUTOMATISCHE METADATA: Nieuwe technieken zoals beeldherkenning en kunstmatige intelligentie maken het mogelijk om geautomatiseerd informatie te halen uit digitale bronnen. Hoe kunnen we die technieken inzetten om automatisch metadata te genereren voor bijvoorbeeld een catalogus of het verrijken van teksten? De Koninklijke Bibliotheek experimenteert hiermee en laat zien welke stappen hier in gezet kunnen worden. IIIF: Bij de Universitaire Bibliotheken Leiden experimenteert men met het International Image Interoperability Framework (IIIF, spreek uit als ‘triple-eye-eff’). IIIF is een open community standaard voor het beschikbaar maken van afbeeldingen voor presentatie en verrijking. In Leiden zetten de collega’s IIIF in om digitale collecties op nieuwe manieren in onderzoek en onderwijs te gebruiken. GIS: Tenslotte ontwikkelden SPINlab en de universiteitsbibliotheek VU in 2010 het digitale platform Geoplaza, waar digitale geo-informatie kan worden opgeslagen en geanalyseerd. Geoplaza is zowel een kennisnetwerk als een digitale infrastructuur voor innovatief geo-onderzoek.

  • Webarchivering in de KB (16:15 - 17:00) - Kees Teszelsky

 

  • Wordt wikidata de identifier? (21:15 - 21:45) - Theo van Veen

Het gebruik van linked data uit zich steeds meer in het ‘alles naar alles’ linken in de linked data cloud. Tegelijkertijd zien we een enorme opkomst van het gebruik van Wikidata als centrale hub. Bij de presentatie van beschrijvingen van objecten kunnen we de geïdentificeerde namen van een link naar een thesaurus voorzien en van daaruit andere links aanbieden. De vraag is of het niet veel efficiënter is om direct de Wikidata link aan te bieden, waarbij de Wikidata identifier gebruikt wordt als DE identifier. Het voordeel is dat men in één keer de links heeft naar meer dan 2000 andere bronnen die via Wikidata te bereiken zijn. Sommige instellingen kunnen zelfs een stap verder gaan en zich afvragen of het nog nut heeft een eigen thesaurusrecord te hebben voor namen die al een wereldwijd bekend Wikidata record hebben. De weerstand tegen dit idee is nu nog groot maar de vraag is of dit niet een ontwikkeling is die zich vanzelf gaat voltrekken en of bijvoorbeeld bibliotheken juist in Wikidata moeten investeren door Wikidata te voeden met betrouwbare data maar tegelijkertijd ook de Wikidata identifier moeten omarmen als dé gemeenschappelijke identifier.